Cricket

 
Cricket
Mahendra Singh Dhoni tijdens een wedstrijd tussen India en Zuid-Afrika te Chennai in 2008
Mahendra Singh Dhoni tijdens een wedstrijd tussen India en Zuid-Afrika te Chennai in 2008
Algemene gegevens
Organisatie België: KBCB
Nederland: KNCB
Mondiaal: ICC
Start 16e eeuw, België[1]
Type Teamsport
Categorie Balsport
Locatie Veld
Competities / Kampioenschappen
Competities Nederland:
Topklasse (heren)
Twenty20 Cup
Mondiaal:
ICC Champions Trophy
WK Heren
WK Dames
Kampioenen
Nederland kampioen VRA Amsterdam[2] (heren)
SV Kampong[3] (dames)
Wereldkampioen India (heren)
Engeland (dames)
Portaal  Portaalicoon   Sport
This is cricket.OGG
(en) Korte uitlegvideo over cricket
Een cricket-wedstrijd in volle gang

Cricket is een balsport waarbij punten worden gescoord door heen en weer te lopen over de cricket pitch (een run). Het is een teamsport waarin om beurt het ene team eerst gooit (bowling) en het andere team slaat (batting). Afhankelijk van de soort wedstrijd speelt men tot een afgesproken aantal overs of wickets. Als beide teams geslagen en gebowld hebben is het team met de meeste runs de winnaar.

Cricket is voornamelijk populair in de landen van het Britse Gemenebest. Het is na voetbal de populairste sport ter wereld, voornamelijk door de vele fans op het Indiaas Subcontinent.[4][5][6]

De International Cricket Council is de internationale cricketbond.

 Veld en spelverloop

 Het veld

Het cricketveld is ovaalvormig en wordt afgebakend door een polsdik touw dat in het gras ligt. Verplichte afmetingen voor het veld zijn niet vastgesteld maar een doorsnede van ongeveer 150 meter is gebruikelijk. In principe dienen zich op het veld niet te veel obstakels te bevinden - één of twee bomen is geen bezwaar, maar deze worden zeker voor internationale wedstrijden vermeden.

Het cricketveld

In het midden van het veld is er geen gras, of heel kort gras in een rechthoek. Die zone heet de pitch. De afmeting van de pitch is 20,12 bij 3,05 meter. Aan de korte zijden van de pitch bevinden zich kniehoge houten constructies, die wickets worden genoemd. Het geheel van wickets en pitch wordt de wicket genoemd. Het grootste deel van het spel speelt zich op en bij de wicket af. De wickets bestaan uit drie rechtopstaande paaltjes die met zodanige tussenruimte op een rijtje zijn gezet dat de bal er niet tussen door kan. De paaltjes heten stumps. De toppen van de stumps worden overbrugd door twee kleine houtjes die bails worden genoemd. De zo ontstane constructie is zo instabiel dat de bails al bij een geringe aanraking van de wicket op de grond vallen.

Op de pitch zijn enkele lijnen getrokken, die de creases genoemd worden. Ze geven aan waar de batter zich moet bevinden wil hij niet gestumped worden (zie verder), van waar de bowler de bal moet gooien en waartussen gelopen moet worden om runs te maken.

 Het spelverloop

Het cricketbat (links de bolle achterzijde, rechts de slagzijde

Een professionele cricketwedstrijd verloopt ongeveer als volgt:

Het spel verloopt in slagbeurten ("innings"). In de meeste wedstrijden heeft elk team één slagbeurt. Elke slagbeurt duurt totdat 10 van de 11 slagmensen ("batsman") uit zijn, of het maximum aantal gebowlde ballen is bereikt. Een groepje van zes correct gebowlde ballen is een over.

De belangrijkste wedstrijden - het Test cricket (internationaal) of first-class (bvw. inter-graafschap) - duren langer en elk team heeft twee slagbeurten. In de belangrijke eendagswedstrijden ("one day matches") krijgt ieder team een slagbeurt van 50 overs (dus 300 ballen). Bij de steeds populairder wordende vorm Twenty20, dat enkele afwijkende regels kent, gaat het om 20 overs.

Een slagbeurt is beëindigd als:

  • 10 van de 11 slagmensen zijn uitgeschakeld of
  • het aantal afgesproken overs is gespeeld of
  • als het slagteam besluit hun slagbeurt voortijdig af te sluiten ("declaratie").

Het spel heeft twee scheidsrechters, één van hen stelt zich op achter een van de wickets (aan de kant waar gebowld wordt). De ander houdt vanaf de zijkant het tweede wicket in het oog. De aanvoerders tossen om te mogen beslissen of ze eerst gaan batten of bowlen. De toss wordt in het cricket als zeer belangrijk ervaren, omdat het hele spelverloop ervan afhangt. Sedert de invoering van tv-camera's rond het veld, opgesteld op vaste plaatsen, is er een derde scheidsrechter die desgevraagd aan de hand van tv-beelden een beslissing neemt.

De rode cricketbal wordt alleen gedurende daglichtwedstrijden gebruikt. Bij 50 overs en bij Twenty20 worden witte ballen gebruikt voor betere zichtbaarheid bij kunstlicht. Het team dat eerst aan slag is, de slagpartij, stuurt twee spelers het veld op die het eerst zullen slaan. Zij vormen het eerste partnership van de wedstrijd. Zij hebben beiden een slaghout: bat (meestal gemaakt uit wilgenhout) en beschikken over de nodige lichaamsbescherming tegen de harde bal die naar hen gebowld wordt.

De rode cricketbal zoals gebruikt in wedstrijden op alle niveaus

Het team dat eerst moet fielden en bowlen, stelt alle 11 man op het veld. Eén van hen is de wicketkeeper, hij is de enige van het bowlingteam die handschoenen en beenbeschermers draagt. Dit is omdat hij zich plaatst net achter de batsman die aan slag is. Hij heeft een specialistenrol, omdat hij de gebowlde bal moet vangen indien die de slagman passeert of bij edges (waar de bal alleen een randje raakt van slaghout en zo toch doorvliegt). Hij is ook meestal de speler verantwoordelijk voor het stumpen.

Een andere speler van het bowling team is de bowler. De bowler is de man die de bal gooit naar de slagman. De bowler gooit 6 maal (correct) richting slagman, deze serie van 6 wordt een "over" genoemd. Na een over wisselt men van kant waar men gooit en moet het bowling team een nieuwe bowler aanduiden. Nadat iemand anders gebowld heeft, kan men weer bowlen. Een team heeft dus meerdere bowlers nodig, ook heeft men verschillende types bowlers (snelle en spin bowlers). In een team zijn meestal 4 tot 5 goede bowlers in huis, die elkaar afwisselen, afhankelijk van de tactiek, de tegenstander en de hardheid van de pitch. Een "over" kan soms meer dan zes ballen tellen. Dit is het geval wanneer de bowler een slechte bal gegooid heeft, namelijk een 'no-ball' of een 'wide'. In beide gevallen krijgt de ploeg aan slag een extra run en moet de bal opnieuw gegooid worden.

De taak van de slagmannen is om zoveel mogelijk runs te scoren. Ze doen dit door de bal te slaan en naar elkaars wicket te lopen. Dan hebben ze één run, ze kunnen stoppen met lopen of opnieuw de oversteek wagen om twee of meer runs te scoren. Indien de bal zo geslagen wordt dat die over de grond het speelveld uitrolt, dan scoort de slagman 4 runs (een boundary four). Slaat hij de bal op een manier dat die uit het veld vliegt zonder de grond te raken dan worden 6 runs toegekend. Bijgevolg is het zo dat als beide batsmen een oneven aantal runs lopen, de andere slagman aan slag komt. Aan het einde van de over is dit tegenovergesteld, omdat het veld dan wisselt komt de andere slagman aan bat bij een even aantal runs.

Een slagman mag zolang slaan als hij wil zolang hij niet uitraakt (out), de overs niet op zijn of de wedstrijd al is gewonnen. Een batsman kan op verschillende manieren uit gaan:

  1. gevangen (catch): een slagman is uit als de bal die hij wegslaat, voor die de grond raakt, gevangen wordt door een fielder (meest voorkomend)
  2. uitgegooid (bowled): de bowler gooit de slagman uit door de bal tegen de wickets aan te gooien (vaak voorkomend)
  3. bal aanraken (handled the ball): een slagman mag de bal niet opzettelijk met de handen aanraken met als doel te voorkomen dat de bal de wicket zou aanraken (zelden voorkomend)
  4. uitgelopen (run out): een speler die niet op tijd "in" is (over de witte lijn voor zijn wicket) op het moment dat het wicket waar hij naartoe loopt wordt opgegooid. (in korte wedstrijdformules vaak voorkomend)
  5. gestumped: een slagman die uit zijn crease stapt of staat om te slaan en de bal mist kan gestumped worden door de wicketkeeper als die de bal vangt en direct het wicket omgooit.
  6. lbw: 'leg before wicket'.
  7. twee maal slaan (hit the ball twice): een slagman mag niet twee maal slaan, hij mag wel zijn slaghout of voet gebruiken om de bal te stoppen om te voorkomen dat die het wicket zou raken. (nog niet gebeurd op internationaal niveau)
  8. wicket raken (hit wicket): een slagman die zijn wicket aanraakt en de bails laat vallen is uit. Deze regel is niet van toepassing indien dit gebeurt omdat hij wegspringt voor een bal die op zijn lichaam afkomt of om te voorkomen dat hij uitgelopen wordt
  9. te laat op het veld komen (timed out): een nieuwe slagman heeft drie minuten om op het veld te komen (nog niet gebeurd op internationaal niveau)
  10. Obstructie: een slagman mag een veldspeler die een bal probeert te vangen of een run-out probeert te bewerkstelligen niet bewust hinderen.
  11. Retired out: een slagman kan vrijwillig ervoor kiezen om te stoppen. De volgende slagman neemt dan zijn plaats over.
Engelse 'batsman'

Een batsman is overigens pas uit indien hij ofwel na een begane fout zelf het veld verlaat, ofwel nadat de veldploeg de scheidsrechter om een beslissing vraagt. Zo'n verzoek heet een appeal en kan door elke veldspeler aan de scheidsrechter worden gedaan door de vraag: "How's That?" ("Wat dacht u daarvan?".) Bij een LBW is dit veelal het geval aangezien dit een moeilijke regel is en de interpretatie van de scheidsrechter groot is (zou de bal het wicket raken of niet) zal een batsman altijd rustig blijven staan terwijl het verdedigende team luid om het wegsturen gaat schreeuwen met de meer typische schreeuw: Howzat!!.

Indien de scheidsrechter oordeelt dat een speler volgens de regels uit is, maar niemand van de spelers schijnt het op te merken, dan houdt de scheidsrechter zijn mond. Dit is het gevolg van de wet dat een scheidsrechter uitsluitend na een appeal een beslissing neemt. Wanneer een scheidsrechter een appeal honoreert, doet hij dat door zijn wijsvinger op te steken. Wanneer hij vindt dat de speler niet uit is, zegt hij alleen luid en duidelijk: "not out" en kan daarbij zijn hoofd schudden.

Als een batsman uit is, wordt hij vervangen door een ploegmaat. Als er 10 van de 11 batsmen uit zijn, is de slagbeurt afgelopen (de laatste overgebleven batsman heeft immers geen partner meer om runs te lopen). Het team dat als eerste bowlde komt nu aan slag om te trachten het totaal gescoorde runs van de eerste ploeg aan slag, te verbeteren.

De wedstrijd eindigt als ook het tweede team klaar is met zijn slagbeurt, of op het moment dat het tweede team meer runs heeft gescoord dan het eerste team.

 Geschiedenis

 De historie van het cricket

Hoewel er iets te zeggen valt voor de theorie dat cricket werd uitgevonden door de eerste mens die voor zijn plezier met een stok tegen een steen sloeg, houden Britse historici het erop dat de sport rond 1600 in Zuidoost-Engeland is ontstaan. Volgens Franse historici is cricket echter een Frans spel en hebben de Engelsen het tijdens de Honderdjarige Oorlog overgenomen. Vlaamse kenners hebben vastgesteld dat er op de schilderijen van Bruegel al gecricket wordt.

Over de herkomst van het woord 'cricket' bestaat een soortgelijke verwarring. Het is ofwel afkomstig van 'cricce' - het Angelsaksische woord voor een herdersstaf - of van 'krikstoel', de naam waarmee in de Lage Landen van de Middeleeuwen een kerkbankje werd aangeduid. In het Frans heette zo'n bankje een 'cricket'. Fransen beweren ook dat het woord "cricket" zou afgeleid zijn van het woord "guichet" (poortje, loket).

Bij vroege vormen van cricket werden wickets gebruikt die inderdaad iets weg hadden van een laag driepikkeltje. Cricket in zijn huidige vorm - met rechtop staande wickets - dateert van een latere tijd en is zonder twijfel Engels.

Volgens een recent onderzoek zou cricket afkomstig zijn uit Vlaanderen. Cricket zou etymologisch te verklaren zijn als 'met de krik ketsen'. Deze theorie wordt ondersteund door de ontdekking van een gedicht uit 1533 toegeschreven aan John Skelton waarin Vlaamse wevers als 'kings of crekettes' worden omschreven.[7]

 Lord's en de MCC

Het oudst bewaarde cricketbat uit 1729

In de achttiende eeuw was cricket uitgegroeid tot een van de favoriete sporten van de Britse aristocratie. De Londense elite stoorde zich echter aan het feit dat hun wedstrijden op een grasveld in Islington door Jan en alleman konden worden gadegeslagen. Thomas Lord richtte daarom in 1787 in de wijk Marylebone een afgesloten cricketterrein in. De bijbehorende vereniging - de Marylebone Cricket Club of kortweg: MCC - introduceerde een jaar later de eerste cricketwetten en beheert deze tot op de dag van vandaag.

In 1811 verhuisde Lord zijn stadion naar Regents Park en in 1814 naar de huidige locatie in St John's Wood waar het al snel de bijnaam The Home of Cricket verwierf.

De eerste grasmaaier op Lord's deed in 1864 zijn intrede - voor die tijd werd het veld door grazende schapen geprepareerd.

 The Ashes

Melbourne Cricket Ground in 1878

In 1880 vond in Engeland de eerste serieuze wedstrijd tussen de landenteams van Engeland en Australië plaats. De MCC had in de jaren daarvoor al een paar keer door Australië getoerd maar die wedstrijden werden niet zo serieus genomen. De beste Engelse spelers hadden destijds namelijk geen zin in een lange bootreis om "tegen een paar onbeduidende kolonialen te spelen".

Het kostte de Australiërs zelfs heel wat overredingskracht om de zich superieur wanende Engelsen tot het spelen van een 'testmatch' op Engelse bodem over te halen.

De wedstrijd werd uiteindelijk gespeeld op de Londense Kennington Oval. Engeland had, vanwege een rampzalig verlopende tweede slagbeurt, grote moeite om de wedstrijd te winnen. Uiteindelijk gaf W.G. Grace de doorslag: Engeland won met een verschil van 5 wickets maar de Australiërs hadden hun visitekaartje afgegeven.

Advertentie in Sporting Times (1882)

Dat de sport inmiddels nauw verbonden was geraakt met het Engelse zelfbewustzijn bleek toen Australië er in 1882 in slaagde om van het Engelse team te winnen. Met enig gevoel voor melodrama plaatste de Sporting Times daags na de wedstrijd een necrologie voor het overleden Engelse cricket. Er werd aangekondigd dat de as van het gecremeerde lichaam naar Australië vervoerd zou worden.

Het vervolg op deze komedie kwam een jaar later toen Engelse cricketers op Australische bodem de uitwedstrijd wonnen: de voorzitter van de Engelse cricketbond kreeg van de Australiërs een urn cadeau, met daarin de verbrande resten van een bail (het dwarshoutje dat op het wicket ligt) om mee te nemen naar Engeland.

De "testwedstrijden" tussen Engeland en Australië worden sindsdien aangeduid als een strijd om 'the Ashes'. The Ashes worden tegenwoordig meestal gewonnen door Australië. In 2005 sleepte Engeland na afloop van de laatste van 5 "Test"matches voor het eerst sinds 1987 de overwinning in de wacht. Er werd twee keer gewonnen, een keer verloren en tweemaal eindigde de Testmatch onbeslist (draw). Lang hebben de Engelsen niet kunnen genieten, want een jaar later werden zij overtuigend in en door Australië verslagen met 5-0. Andere Landen die "Test" cricket spelen zijn India, Pakistan, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, Sri Lanka, Brits West-Indië, Zimbabwe en Bangladesh.

 Wereldkampioenschap

Het wereldkampioenschap cricket wordt om de vier jaar gehouden. West-Indië won in 1975 het eerste kampioenschap.

Tot en met 2011 zijn tien kampioenschappen gehouden. Australië won vier maal (1987,1999, 2003 en 2007), West-Indië (1975 en 1979) en India (1983 en 2011) tweemaal, Pakistan (1992) en Sri Lanka (1996) wonnen elk één keer. Opvallend is dat Engeland de titel nog nooit heeft behaald.

In 1999 werd er tijdens het WK ook een wedstrijd in Amsterdam gespeeld, en wel die tussen Kenia en Zuid-Afrika.

Nederland deed in 2011 voor de vierde maal mee. Het debuteerde in 1996 en was in 2003 voor de tweede maal present. Het won tijdens de eerste twee toernooien één wedstrijd en verloor er tien. In 2007 werd er gewonnen van Schotland en verloren van de latere kampioen Australië en tegen de halve finalist Zuid-Afrika. In 2011 gingen alle 6 groepswedstrijden verloren.

 Cricket in Nederland

Het Nederlands cricketelftal heeft meegedaan aan vier edities van het wereldkampioenschap cricket, waarvan de laatste in 2011 in India. Nooit is het team verder gekomen dan de eerste ronde. In totaal werden er twee wedstrijden gewonnen.

In Nederland worden veel eendaagse wedstrijden gespeeld. Elke slagbeurt duurt dan 50 overs (300 ballen). Zoals gebruikelijk is de wedstrijd afgelopen als de overs op zijn, of als alle batsmen uit zijn (all out), of als de tweede partij al meer runs heeft gemaakt.

Behalve eendagswedstrijden is de laatste tijd Twenty20-cricket populair geworden. Bij deze vorm van cricket zijn er slechts 20 overs per partij gespeeld. Op 5 juni 2009 zorgde Nederland voor een sensatie door Engeland in de openingswedstrijd van het WK van deze tak van cricket te verslaan.

1rightarrow.png U kunt ook het artikel Nachenius Tjeenk Twenty20 Cup bekijken.
1rightarrow.png Zie Topklasse cricket 2010 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De topklasseclubs in 2011 zijn:

Naast de clubs die in de Nederlandse competitie uitkomen zijn er ook Touring Clubs. De bekendste daarvan zijn Cricket Touring Club de Flamingo's, Still Going Strong en Touring Cricket Club De Zamigo's.

 Cricket in België

België wordt internationaal vertegenwoordigd door het Belgisch cricketelftal dat op de veertiende plaats staat in de regional non-test ranking. In België zijn op dit moment 14 cricketclubs geregistreerd. Er zijn in België 4 competities met daarin in het totaal 22 teams. Net als in Nederland is er in België ook jeugdcricket.