Badminton

 
 
 
Badminton
Badmintonspelers in actie
Badmintonspelers in actie
Algemene gegevens
Organisatie Badminton World Federation
Start Negentiende eeuw
Type teamsport
individueel
Categorie Racketsport
Locatie Zaal
Olympische sport 1992
Portaal  Portaalicoon   Sport

Badminton is een olympische sport die wordt gespeeld met rackets en een shuttle. De shuttle, die gemaakt kan zijn van nylon of van veren, wordt over een net heen en weer geslagen met de rackets.

Badminton wordt in een zaal gespeeld, zodat er geen hinder van wind en andere weersomstandigheden is. Er zijn verschillende vormen: mannen-/vrouwensingle, mannen-/vrouwendubbel en gemengd dubbel.

In Aziatische landen (onder andere China, Vietnam, Indonesië en Maleisië) wordt badminton massaal gespeeld. Van de westerse landen zijn vooral Denemarken en Groot-Brittannië landen met aanzienlijke prestaties op het gebied van de badmintonsport.

Badminton staat sinds 1992 op het programma van de Olympische Spelen. Daarvoor was het tweemaal een olympische demonstratiesport; in 1972 en 1988.

Nationaal erkende instanties van de badmintonsport zijn in Nederland: de Badminton Nederland (BN), en in België: de Belgische Badminton Federatie (BBF) en de Vlaamse Badminton Liga (VBL). De hoogste internationale instantie is de Badminton World Federation (BWF) (Badminton Wereld Federatie), gezeteld in Kuala Lumpur, Maleisië.

 Oorsprong

Er gaan veel verschillende theorieën op over het ontstaan van Badminton, maar men gaat er algemeen vanuit dat badminton haar oorsprong vind in India. Hier werd het spel poona gespeeld, het spel dankt zijn naam aan de gelijknamige stad Poona. Dit is door de Engelse kolonisatie van India overgebracht naar Engeland, in 1873 werd het beoefend op het landgoed van de Hertog van Beaufort, Badminton. Het spel komt dus van oorsprong uit India en dankt zijn naam aan de Engelse kolonisatie.[1]

Een bekende Amerikaanse badmintonautoriteit, Ken Davidson, verdiepte zich in de geschiedenis van het badminton. Er zijn verschillende schilderijen van Engelse en Franse afkomst waaruit hij kon afleiden dat er al eerder een soort gelijk spel is gespeeld in Europa. Deze spellen stonden onder verschillende namen bekend, de Franse naam hiervoor was Jeu de longue plume(Spel van de lange pluim). Vanaf 1873 wordt het spel onder een algemene naam bekend: badminton.[2]

Algemene spelregels

Speelveld

Een partij badminton bestaat best of 3 games van 21 punten. Er zijn verlengingen bij 20-20: er wordt gespeeld tot er 2 punten verschil zijn of, indien dit niet gebeurt, speelt men tot en met 30 punten. Het spel kan dus eindigen met een maximum van 29 tegen 30 punten. Wie twee games wint, is de winnaar van de partij. Als het 1-1 is, wordt er een derde en beslissende game gespeeld.

Het badmintonveld wordt in tweeën gedeeld door een net op 1,55 meter hoogte bij de staander. In het midden mag het net niet lager hangen dan 1,525 meter. Het net zelf moet 0,76 meter hoog zijn. De touwen waarvan het net gemaakt is moeten donker van kleur zijn en van gelijkmatige dikte. De maaswijdte mag variëren van 15 tot 20 millimeter. Het net moet minimaal 6,1m lang zijn en een witte boord hebben bovenaan van 75mm. De lijnen die het veld markeren moeten 40mm dik zijn.

Er wordt onderhands geserveerd naar het veld schuin tegenover het vak van waaruit wordt geserveerd. Hierbij mag (op het moment van raken van de shuttle) het blad van het racket niet boven de middel van de serveerder bevinden. (“De middel” is in dit verband een denkbeeldige lijn rond het lichaam van de serveerder, lopend over het laagste punt van beide onderste ribben). Tevens moet de service met één vloeiende beweging geslagen worden. De shuttle wordt over het net heen en weer geslagen (een rally). Zodra de shuttle op de grond komt, wordt het spel gestopt. Afhankelijk van of de shuttle binnen / op de lijnen (in) of buiten de lijnen (uit) valt wordt beoordeeld hoe het spel doorgaat. Als de shuttle op de grond komt door een fout van de serverende partij, wordt de service aan de andere partij overgedragen en krijgt die partij een punt. Als de fout gemaakt is door de tegenpartij, krijgt de serverende partij een punt en blijft hij aan de opslag.

 Nieuwe puntenscore vanaf 2006

Sinds 1 februari 2006 werd er echter geëxperimenteerd met een nieuwe puntentelling om het spel aantrekkelijker te maken voor het publiek. In de lente van 2006 werd besloten dit nieuwe rally-point-systeem officieel in te voeren vanaf het badmintonseizoen dat begint in augustus 2006. Tot nu toe kon men alleen punten maken op de eigen service en was er een onderscheid tussen dames en heren. (damestelling tot en met 11 punten, herentelling tot en met 15 punten) In de nieuwe puntentelling wordt dit onderscheid niet meer gemaakt; dames en heren zijn gelijkwaardig. De telling gaat voor beide seksen tot en met 21 punten per game;

Staan beide spelers op 20 punten dan komt er automatisch een verlenging, tot een van beiden 2 punten achter elkaar maakt. Echter, om de tijdsduur van een wedstrijd enigszins in de perken te houden, is er besloten om hieraan een maximum van 29 punten te verbinden. Staan beide spelers op 29 punten, dan zal het eerstvolgende punt beslissend zijn voor de winst van de set of wedstrijd. Er wordt nog steeds best out of three games gespeeld.

Een ander groot verschil is dat het rally-pointsysteem er voor zorgt dat een speler niet alleen punten kan maken op zijn eigen service, maar ook op die van zijn tegenspeler.

Grote evenementen werden al volgens het nieuwe systeem gespeeld in het seizoen 2005-2006, bijvoorbeeld de Dutch open (winnares Mia Audina vertelde dat dit nieuwe systeem erg zwaar is, vooral voor de mentale gesteldheid).

 Fouten

Badminton kent de volgende fouten:

  • een speler slaat de shuttle buiten de lijnen (uit)
  • de shuttle valt in het eigen veld (een speler mist de slag)
  • een speler slaat de shuttle in het net
  • een speler raakt de shuttle meer dan één keer
  • een speler raakt de shuttle met zijn lichaam
  • een speler raakt het net aan, voor de shuttle op de grond gevallen is
  • een speler slaat de shuttle terug voor die boven het eigen veld is
  • een speler staat op een lijn bij het serveren (voetfout)
  • een speler slaat de service in het verkeerde vak
  • een speler serveert voordat de tegenspeler klaarstaat.
  • bovenhands opslaan
    • een speler serveert en het blad komt boven de middel voordat de shuttle het blad verlaten heeft.
    • een speler serveert en de shuttle raakt het blad boven de hand waarmee de speler serveert.
  • de shuttle raakt tijdens een rally niet tot het speelveld behorende objecten (plafond, palen links/rechts van het speelveld)
  • een speler slaat tegen het net met zijn/haar racket

 Let

Een scheidsrechter kan tijdens of als de rally afgelopen is besluiten een let te spelen, dit betekent dat de puntentelling die voor de rally was gehandhaafd blijft en dat de rally opnieuw gespeeld wordt.

Er wordt een let gespeeld bij de onderstaande situaties:

  • Als de scheidsrechter niet zeker weet of hij de juiste beslissing neemt, dit kan ontstaan omdat:
    • De scheidsrechter niet goed kan beoordelen of de shuttle binnen of buiten de lijnen valt.
    • De scheidsrechter een andere mening heeft dan de aangestelde lijnrechters.
  • Het niet zeker was of de ontvangende partij klaarstond om te beginnen aan de volgende rally.
  • De shuttle tijdens het spel buiten het zicht is geraakt (bijvoorbeeld over een draagbalk van de sportzaal heen is gespeeld)

 Soorten

 Single

De single (ook wel enkel genoemd) wordt op een lange, smalle baan gespeeld. Voor de breedte gelden de binnenste lijnen, voor de lengte de achterste lijn. De score tijdens een game loopt zowel bij dames en heren tot en met 21. Wel moet er een minimaal verschil van 2 punten zijn. Dit kan doorgaan tot en met de 30 punten, wanneer dit aantal is bereikt door een speler wint hij de set. Men heeft één servicebeurt per persoon; maakt de serveerder/serveerster een fout dan gaat de service naar de tegenstander. Er kunnen zowel punten gemaakt worden door de serverende als de ontvangende partij. Bij een even aantal punten wordt geserveerd uit het rechter serveervak, bij een oneven aantal uit het linker.

 Gemengd dubbel (Mix)

herendubbel

Bij het gemengd dubbel spelen een man en een vrouw samen. Net als bij singlen hebben beide partijen één servicebeurt. Na elk gewonnen punt moet het serverende koppel van serveervak wisselen. Wordt in de servicebeurt een fout gemaakt, dan gaat de servicebeurt over naar de tegenstanders. De service wordt bij 0 of een even aantal punten vanuit het rechter, en bij een oneven aantal punten vanuit het linkerserveervak gegeven. Dames beginnen meestal de wedstrijd rechts, alhoewel dit niet verplicht is. Het veld is bij de service breed en kort. Na de eerste service speelt men op het gehele veld (breed en lang). De buitenste lijnen tellen hier.

 Mannen- of vrouwendubbel

Bij een mannen- of vrouwendubbel spelen twee mannen of twee vrouwen samen. Dezelfde regels gelden als bij het gemengd dubbel. Alleen maakt het hier niet uit wie er rechts begint.

 Techniek

De slagtechniek bij badminton kan je onderverdelen in twee categorieën: de rotatieslagen en de extensieslagen. Bij de eerste, de rotatieslagen, wordt een rotatie van de onderarm gebruikt (de pols blijft in theorie gestrekt). Deze beweging wordt in badminton ook wel eens de ruitenwisser genoemd. Bij de tweede, de extensieslagen, gebruikt men geen rotatie, men duwt de shuttle als het ware over het net. Belangrijk bij extensie is dat de racket onmiddellijk na het raken van de shuttle stopt en terug gaat naar de plaats waar de slag is vertrokken, slagen worden niet afgemaakt.

 Slagen

Verschillende slagvarianten

Badminton slagen zijn in te delen in verschillende categorieën. Hieronder vind je een overzicht van de meest gebruikte aanvallende en verdedigende slagen. Alle slagen hebben een backhand en een forehand variant.

 Aanvallende

Aanvallende slagen kenmerken zich over het algemeen door het gebruik van veel kracht in de slagen, maar ook de zachte korte ballen vallen onder de aanvallende slagen.

De meest bekende aanvallende slag is de smash, dit is een slag waarbij de speler de shuttle met een bovenhandse beweging zo hard mogelijk op de grond bij de tegenstander slaat. De smash wordt veelal gebruikt om de tegenstander sterk onder druk te zetten en zodoende deze een fout laten maken. De backhand variant van de smash wordt heel weinig gebruik omdat de backhand smash erg moeilijk is om aan te leren en bij een slechte techniek weinig effectief is.

Een andere aanvallende slag is de strakke bal, deze wordt veelal vanuit de zijkant van het veld geslagen en wordt strak naar de andere kant van het veld geslagen om zodoende de tegenstander geen tijd te geven om de shuttle goed terug te kunnen slaan. Een nadeel van deze slag is dat hij erg gemakkelijk kan worden onderschept door halverwege het veld een racket er tussen te houden, via de kracht van de tegenstander stuitert de shuttle terug naar de andere kant.

De laatste aanvallende slag is de korte bal, van deze korte bal zijn een aantal varianten. Je hebt namelijk de korte bal die vanuit het achterveld kort over het net wordt gespeeld (ook wel dropshot genoemd) en je hebt de korte bal die vanuit voor in het veld kort terug wordt gespeeld (ook wel netdrop genoemd). De dropshot en netdrop hebben vele verschillende varianten op zowel de backhand kant en de forehand kant.

 Verdedigende

Ook de verdedigende slagen zijn weer op te delen in verschillende categorieën. De verdedigende slagen kenmerken zich door het hoog terug naar het achterveld spelen van de shuttle.

De ene variant is diegene waarbij de shuttle vanuit het achterveld naar het achterveld van de tegenstander wordt geslagen (ook wel clear genoemd). Dit wordt in de meeste gevallen gebruikt als verdedigende slag om tijd te krijgen om weer goed in het veld op te kunnen stellen, maar een enkele keer werkt het ook als aanvallende slag wanneer de tegenstander de shuttle niet terug kan spelen vanuit het achterveld. De clear is ook een verdedigende slag die maar door weinige met de backhand wordt geprobeerd omdat de techniek vaak te moeilijk is en er slecht kracht valt te zetten met de backhand.

De andere verdedigende slag is er eentje waarbij de shuttle vanuit voor in het veld terug omhoog geslagen wordt naar het achterveld (ook wel lob genoemd). Deze slag wordt vaak toegepast uit verdediging, maar kan ook aanvallend gebruikt worden door de shuttle over de tegenstander heen te spelen wanneer deze zich voor in het speelveld bevind.

 Service

Verschillende opslagvarianten

De service is een van de meest verschillende badminton slag. Naast dat deze aan verschillende regels moet voldoen, slaat iedere speler de service op een andere manier. Er zijn twee verschillende soorten services, de forehand service en de backhand service. De backhand variant wordt vaak pas vanaf latere leeftijd gebruikt omdat de jonge spelers de techniek vaak onvoldoende onder de knie krijgen en zo de service dus niet kunnen afwisselen. Daar in tegen wordt de forehand variant door de meeste spelers vanaf het begin gebruikt. De service wordt meestal gezien als een aanvallende slag.

Forehand service

Bij de forehand service wordt de shuttle via een onderhandse slag naar voren geslagen om de shuttle zodoende in het serveer vak van de tegenstander te slaan. Deze service is voor de meeste beginnende leden goed uit te voeren omdat er veel slag ruimte is wat er voor zorgt dat er veel mogelijkheid is om kracht achter de service te zetten.

 Backhand service

De backhand service wordt voor het lichaam gedaan, het racket wordt met een backhand-greep voor het lichaam gehouden om zodoende de shuttle te serveren. De techniek is er moeilijk omdat er weinig bewegingsruimte is en dus er voor de beginnende badminton speler geen mogelijkheid is om kracht te kunnen zetten. Wat er voor zorgt dat de shuttle niet achterin kan komen.

 Fotogalerij